De handel op Wall Street begon dinsdag, na een lang weekeinde, met flinke plussen, maar beleggers deden een stapje terug nadat bekend werd dat de Republikeinen president Barack Obama steunen in zijn plannen voor een militaire aanval op Syrië. De graadmeters sloten op positief terrrein, maar de stemming was verre van uitbundig.

De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent hoger op 14.833,96 punten. De brede S&P 500 klom 0,4 procent tot 1639,77 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq steeg met 0,6 procent tot 3612,612 punten.

Beleggers namen een afwachtende houding aan nadat duidelijk werd dat de Republikeinse leiders in het Congres Obama steunen wat betreft militaire actie tegen Syrië. Eerder op de dag werd de handel in Europa al opgeschrikt door een Israëlische raketoefening in de Middellandse Zee.

Microsoft

Bij het begin van de dag kreeg de handel nog steun van meevallende cijfers over de Amerikaanse economie. De bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie bleek in augustus licht te zijn toegenomen ten opzichte van de maand daarvoor. De ISM-index kwam uit op een stand van 55,7, terwijl economen hadden gerekend op een stand van 54. Ook de bouwuitgaven bleken in juli iets sterker te zijn gestegen dan verwacht.

De twee grote overnames die maandag en dinsdag in het nieuws kwamen werden door beleggers niet beloond. Microsoft sloot 4,6 procent lager. Beleggers waren er niet gerust op dat de dinsdag aangekondigde overname van Nokia voor 5,4 miljard euro goed zal uitpakken voor de softwaregigant. Met de overname hoopt Microsoft de ontwikkeling van mobiele apparaten te versnellen en zijn marktaandeel te vergroten. Zo'n 32.000 mensen die nu nog in dienst zijn van de Finse fabrikant komen op de loonlijst van Microsoft te staan.

Verizon

Telecombedrijf Verizon verloor 2,9 procent. Het telecomconcern koopt voor 130 miljard dollar het belang van 45 procent dat Vodafone heeft in de mobiele tak Verizon Wireless. De deal kwam maandag rond.

Olie steeg, vooral na de Republikeinse steunbetuigingen, verder in prijs. Een vat lichte Amerikaanse olie werd 0,8 procent duurder en kostte 108,54 dollar. Brentolie ging met 1,2 procent omhoog tot 115,70 dollar. De euro was 1,3175 dollar waard, tegen 1,3160 bij het sluiten van de Europese beurzen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl